Meteen naar de inhoud

Van de predikant – november

Gooi je netten aan de andere zijde uit!

In de veelheid van geluiden
in het stormen van de tijd
zoeken wij het zachte suizen
van het woord, dat ons verblijdt

En van overal gekomen
drinkend uit de ene bron
bidden wij om nieuwe dromen
richten wij ons naar de zon

(LB 283)

Lieve mensen,

Het voelt als een herfststorm- een wervelende wind die allerlei bladeren op doet waaien.
Wat zijn er weer een hoop activiteiten opgestart in de gemeente!
Voor jong en oud, voor de mensen bij elkaar in de wijk een groothuisbezoek, om de gemeente bij te praten een gemeenteavond en om als kerkenraad vooruit te kijken een heidag. Allerlei activiteiten die in het vat zaten, of al tijden uitgesteld waren, konden nu weer doorgang vinden. De agenda is flink gevuld!

Het is een luxe, maar ook weer even wennen na de rust van het verplichte thuisblijven. Nu ik dit schrijf is er in onze regio herfstvakantie- en vanwege de overvolle weken pak ik ook een paar dagen vrij met mijn gezin. Alhoewel ‘pakken’… Ieder gezinslid heeft ook zo zijn eigen plannen, een volle agenda en wensen. De agenda’s moeten dus getrokken worden om iets samen te plannen..

En diezelfde twee bewegingen van ‘uitgaan en thuiskomen’ voel ik ook het spoor van onze kerk: Enerzijds gooien we onze netten uit, plannen activiteiten en bijeenkomsten met elkaar, met andere kerken in de regio. Anderzijds gaan we ook steeds weer terug naar de rust, de stilte, de basis van waaruit of waarom we bij elkaar komen of iets doen.
We willen niet ‘zomaar onze netten uitgooien’ of zo onze netten uitgooien omdat we het al jaren zo doen, zo gewend zijn of omdat het ons zo geleerd is. Als Jezus de leerlingen vraagt om de netten aan de andere zijde uit te werpen, dan is dat omdat die hele nacht de netten ‘leeg’ bleven. Jezus stem, zijn aanwezigheid en zijn vraag om het over een andere boeg te gooien, vormt een scharnierpunt in het leven van de leerlingen. Ze gaan ‘om’. Van vissen vangen, worden zij mensen ‘vangers’. Ze worden in plaats van ‘brood en water’ nu met een levend lichaam en water gevoed.

Wat vraagt dat van ons, van u?
Niet om het ‘zo maar’ over een andere boeg te gooien. Maar wel als je het gevoel hebt: op deze manier worden de netten niet meer gevuld, of word ik geestelijk gevoed, of kunnen we de hoeveelheid werk nog met deze groep aan. Luisteren naar de stem van de Heer, of jouw innerlijke stem of vraag, betekent allereerst de tijd nemen en je bezinnen- en dan ‘gewoon maar gaan’ en doen- volgend in het pad of het spoor waar de geest je leidt.

Hebben jullie iets te eten, vraagt Jezus als eerste.
Daar begint de essentie van ‘bezield leven’, van leven vanuit je geloof en delen van wat je hebt: delen in geloof en gemeenschap. En daar waar het voelt alsof je met lege handen staat, of het door je handen glipt of waar je juist krampachtig vast houdt: Ga dan terug naar datgene wat er wel is; je vragen, je zoeken.

Soms kunnen wij in onze diepste twijfels en te midden van onze ‘nee’ ons juist nog verder afsluiten van de God die wij zoeken. In plaats dat wij ons openen naar nieuw licht, naar een ander perspectief.

We nemen afscheid van de in ons vastgeroeste beelden door bevestigd te zien wat wij toch al dachten. Wat wij toch al vreesden misschien. Zie je wel, ik geloof er niets van, er is niets, ik vang toch geen vis.

Terwijl wij steeds opnieuw kunnen zoeken en vinden. Zelf steeds opnieuw gezocht en gevonden worden.

Leven vanuit God heeft misschien wel veel meer implicaties dan wij denken. Het is veel groter dan ons eigen kleine levensverhaal. Onverwachter, misschien ontregelend zelfs maar ook verrassend. Geef je over, laat los en kom, ik ben niet te vangen waar jij het zoekt.

Begin met datgene wat er wel is:
je vragen, je zoektocht, je verlangen.
En daar waar wij samenkomen in geloof, hoop en liefde.
Ieder neemt wat mee en samen delen wij.
Op die wijze zullen we leven en werken met gevulde netten, omdat we doen waar ons hart ligt.
Zo mogen we op weg gaan- op zoek gaan- en vinden- of gevonden worden!

Hartelijke groet,

ds Judith